Wat is pesten?
Op de eerste plaats is een hoofdkenmerk van pesten de psychologische, fysieke en/of seksuele agressie gericht op een andere persoon, met het doel hem of haar schade te berokkenen, pijn te doen, te kwetsen, te kleineren, belachelijk of onzeker te maken, het gevoel te geven waardeloos te zijn (Olweus, 1992; Deboutte Schelstraete, 2000; Van Dugteren, 2004). Pesten is (tot op zekere hoogte) berekend en doelbewust. Het slachtoffer wordt uitgezocht en de rol van dader en slachtoffer wordt meestal door dezelfde kinderen vervuld (Van Dugteren, 2004). Pesten is niet onschuldig of vriendschappelijk (Deboutte & Schelstraete, 2000), maar onaangenaam, bedreigend en onaanvaardbaar. Het risico om blijvende psychologische en/of fysieke schade op te lopen is reëel (Van der Meer, 2002).
Een ander hoofdkenmerk van pesten is het systematische en langdurige karakter van het fenomeen.
We hebben het bij pesten niet over incidentele gevallen of spontane acties zoals dat bij plagen het geval is, maar over het stelselmatig “lastig vallen” van een ander. Het pesten vindt veelal plaats gedurende een langere tijd, soms zelfs een jaar of langer achter elkaar en elke dag of zelfs meerdere keren per dag opnieuw (Van Dugteren, 2004). Pesten wordt als zeer bedreigend ervaren (Van Dugteren, 2004), mede doordat het slachtoffer er zich niet of onvoldoende aan kan onttrekken en doordat het met een grote regelmaat gebeurd. Pesten is in die zin vergelijkbaar met kindermishandeling (Van der Meer, 2002). De agressie komt echter nu niet van volwassenen maar van andere kinderen.
Een derde en laatste hoofdkenmerk van pesten is dat er sprake is van machtsongelijkheid. De pester en de
gepeste staan niet op gelijke voet (Deboutte & Schelstraete, 2000). De pester is de meerdere en de gepeste de onderdaan. Van der Meer (2002) spreekt in dit geval over de spreekwoordelijke winnaar en verliezer. In de literatuur wordt in dit kader ook veelal gesproken over de agressor en de zondebok (Van der Meer, 1988; Mooij, 1992). De zondebok is sociaal niet of minder aanvaard in de groep en staat hulpeloos en weerloos tegenover de agressor (Mooij, 1992). De gepeste beschikt niet (meer) over voldoende mogelijkheden om zichzelf te verdedigen, voor zichzelf op te komen en/of het pesten te doen stoppen (Van der Meer, 2002).
Pesten gebeurt op verschillende manieren, zoals schelden, iemand belachelijk maken, stalken, voor de gek houden, vernederen, tot zelfs lichamelijk geweld zoals schoppen en slaan. Maar ook iemand uit-sluiten en negeren is een vorm van pesten. De pester pest meestal niet alleen. Dit gedrag wordt in stand gehouden door zijn omgeving. Dat zijn de toeschouwers die het aanmoedigen of laten gebeuren, waardoor het pestgedrag een functie heeft voor de pester. De “beloning” is dat andere hem stoer vinden of bang voor hem zijn. Er is een duidelijk verschil tussen hoe jongens en meisje pesten. Meisjes worden minder snel agressief maar doen het wel “geniepiger” zoals negeren en roddelen. Bij Jongens is het pestgedrag meer zichtbaar en ook meer fysiek .
Wat zijn de oorzaken van pesten?
Er zijn diverse oorzaken waarom iemand gepest wordt of waarom iemand pest. Het kan zijn dat je anders bent dan de rest. Bijvoorbeeld door een handicap, stoornis of ziekte of omdat je een bijzondere interesse hebt in iets, wat niet iedereen snapt (bijvoorbeeld een opvallende verzameling), of je kleedt je bijzonder. Allemaal redenen, waardoor je opvalt ten opzichte van de rest. Vaak vinden mensen dat leuk, maar voor pesters een het reden om iets te vinden waar je mee gepest kunt worden. Een andere reden is jaloezie. Ze kunnen jaloers op je zijn omdat je heel slim bent of omdat je ouders veel geld hebben. Als je het moeilijk vindt om voor jezelf op te komen, is de kans groter dat je uitgezocht wordt als mikpunt van pestgedrag. Als je tegen pesten ingaat zullen pesters een andere slachtoffer zoeken. Als ze zien dat je moeite hebt met pesten en hier op reageert door bijvoorbeeld te huilen of wanneer je zelf agressief wordt door te gaan schelden of slaan zal je daarmee het pestgedrag in stand houden. Een pester pest net zolang er aanhang is. En als die niet ingrijpt, omdat ze misschien bang zijn om zelf gepest te worden, stijgt de pester in aanzien en zal zelfs meer gaan pesten.
Het kan ook zijn dat de thuissituatie ervoor zorgt dat iemand een pester is. Dit kan komen omdat er thuis veel agressie is of omdat er niet adequaat wordt opgetreden tegen ongewenst gedrag. Immers: Ouders dienen het goede voorbeeld te geven aan hun kind(eren)! Als dat niet zo is kan dat een onveilig gevoel opleveren, waardoor men gefrustreerd kan raken en op school zich gaat richten op mogelijke slachtoffers.
Wat zijn de gevolgen van pesten?
Voor het slachtoffer zijn er veel potentiële gevolgen van pesten zoals: Angst om naar school te gaan, prikkelbaar zijn en veel boosheid in je hebben. Maar ook slapeloosheid en daardoor ook concentratieverlies en slechtere schoolprestaties. Een toenemend gevoel van onveiligheid, een verlaagd zelfbeeld, depressieve gedachten en zelfs uiteindelijk suïcidale gedachten.
Maar ook voor de dader, heeft het pesten verstrekkende gevolgen. Uit onderzoeken is gebleken dat deze een verhoogde kans heeft op betrokkenheid bij criminaliteit, alcohol en drugsverslaving (zelfs op latere leeftijd). Ook is er een verhoogd risico dat op latere leeftijd, dat men op latere leeftijd een laag zelfbeeld ontwikkelt en dat hun eigen kinderen ook gaan pesten.
Hoe vaak gebeurt het?
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) pest 28 % van de scholieren op de basisschool. Op het voortgezet onderwijs is dat zelfs 30 %. Op VWO scholen wordt minder gepest dan op VMBO-scholen (VMBO 11 % en VWO 3 %) . Ook blijkt dat jongens op alle leeftijden vaker pesten dan meisjes en allochtone leerlingen meer pesten dan autochtone leerlingen (11 % allochtoon tegen 6 % autochtoon). Volgens de nationale scholierenmonitor wordt op 94% van de scholen soms tot heel vaak gepest en het Trimbos-instituut schat dat 1 op de 6 jongeren regelmatig gepest wordt op internet.
Wat is het verschil tussen plagen en pesten?
Niet iedereen weet goed het onderscheid tussen plagen en pesten te herkennen. Als het als grap bedoeld is, dan gaat het om plagen. Plagen is vriendschappelijk bedoeld en meestal kun je er de humor wel van inzien en merk je dat er niets kwaads mee bedoeld wordt. Plagen is meer met een speels karakter, pesten is over het algemeen vervelender en kwetsender. Het wordt pesten, wanneer het opzettelijk bedoeld is om het slachtoffer te kwetsen. Plagen houdt in dat de waardering voor elkaar blijft bestaan. Er is geen winnaar of verliezer en niemand die schade oploopt. Het plagen zorgt niet voor een machtsverschil, men blijft gelijk aan elkaar. En degene die wordt geplaagd kan zich goed verdedigen. Plagen kan zelfs leerzaam zijn want je ervaart waar voor jou de grens ligt door aan te geven dat je het niet meer leuk vindt. Pesten is structureel anders, want in tegenstelling tot bij plagen is er geen gelijkwaardigheid meer. Bij pesten heeft de ene veel meer macht over de ander en is er steeds dezelfde persoon winnaar. Een pestkop richt zich met zijn of haar agressie voornamelijk, op bepaalde anderen, die om een of andere reden een zwakke plek hebben, lijden onder een laag zelfbeeld of die algemene angst en onzekerheid uitstralen. Bij pesten is het slachtoffer niet in staat zich te verdedigen en loopt schade op in het gevoel, of met bezittingen of verwondingen. De gepeste voelt zich uitgesloten, eenzaam en verdrietig. Het aanhouden van pesten, gedurende meerdere jaren kan psychische klachten veroorzaken. Deze klachten kunnen langdurig van aard zijn. Vaak is de pester van jonge leeftijd zich hier niet van bewust. Voorbeelden van deze klachten zijn: minderwaardigheidscomplex, faalangst, grote mate van onzekerheid op allerlei gebieden, aanpassingsproblemen en vereenzaming. Plagen houdt na verloop van tijd op, terwijl pesten vaak voortdurend doorgaat.
Plagen | Pesten |
Gebeurt onbezonnen of spontaan. | Gebeurt met opzet: De pestkop weet vooraf wie hij of zij zal pesten, op welke manier en wanneer. |
Heeft geen kwade bijbedoelingen. | Wil iemand bewust kwetsen of kleineren. |
Duurt niet lang, gebeurt niet vaak en is onregelmatig. | Kan lang blijven duren, gebeurt meer dan eens, is systematisch. Houdt niet vanzelf op na een poosje. |
Speelt zich af tussen “gelijken”. | De strijd is ongelijk: de pestkop heeft altijd de bovenhand: De pestkop voelt zich zo machtig als het slachtoffer zich machteloos voelt. |
Is meestal te verdragen of zelfs plezierig, maar het kan ook kwetsend of agressief zijn. | De pestkop heeft geen positieve bedoelingen wil pijn doen, vernielen of kwetsen. |
Meestal één tegen één. | Meestal een groep (pestkop, meelopers en supporters) tegenover één geïsoleerd slachtoffer. |
De rollen liggen niet vast: nu eens plaagt de ene, dan de andere. | Heeft een vaste structuur. De pestkoppen zijn meestal dezelfde, de slachtoffers ook. Als de slachtoffers wegvallen, kan de pestkop wel op zoek gaan naar een ander slachtoffer. |
De pijn, lichamelijk of geestelijk, is draaglijk en van korte duur. Soms wordt het als prettig ervaren (plagen is kusjes vragen!). | Als er niet op tijd wordt ingegrepen, kunnen de lichamelijke en geestelijke gevolgen ingrijpend zijn en lang nawerken. |
De relaties worden na het plagen meteen hervat. | Het is niet makkelijk om na het pesten een evenwichtige relatie te vinden: Het herstel gaat moeilijk en traag. |
Het geplaagde kind blijft een volwaardig lid van de groep. | Het gepeste kind is geïsoleerd, voelt zich eenzaam en voelt dat het niet meer bij de groep hoort. |
De groep lijdt niet onder plagerijen of vindt nadien meteen haar draai terug. | De groep lijdt onder een dreigend, onveilig gevoel. Iedereen is angstig, de kinderen vertrouwen elkaar niet meer, ze zijn niet erg open of spontaan er zijn weinig echte vriendjes in de groep. |
Hoe herken je dat iemand gepest wordt?
Iemand die gepest wordt is vaak angstig, onzeker, ongelukkig en heeft plotselinge huilbuien waar geen aanleiding voor (lijkt) te zijn. Ook kan het zijn dat iemand onverklaarbare blauwe plekken heeft. De kleding en andere spullen zijn onverklaarbaar gescheurd of beschadigd is. Op school zijn ze voorzichtig, gevoelig, rustig, teruggetrokken en verlegen en zijn opvallend vaker alleen of zijn veel in de buurt van de leerkracht.
Hoe herken je een pester?
Een pester Is vaak impulsief, snel boos en is opstandig en agressief tegenover volwassenen, waaronder leraren en ouders. Heeft een sterke behoefte om andere te domineren en heeft weinig empathie voor personen die gepest worden. Niet alle pesters hebben duidelijke gedragsproblemen of zijn betrokken bij grensoverschrijdend gedrag. Vaak zijn ze zelfs goed in omgang met de leraren ,volwassenen, collega`s, trainers enzovoorts. Hierdoor is het voor betrokkene moeilijk voor te stellen dat deze personen zich schuldig maken aan pesterijen en zelfs hierin het voortouw nemen.
Wat kan ik er aan doen?
Als je gepest wordt en je komt er zelf niet uit, is het belangrijk dat je er met iemand over praat zoals ouders, leraren, of iemand die je vertrouwt, zodat je kan vertellen wat er gebeurt. Hierdoor loop je er niet alleen mee rond en erover praten kan je een opgelucht gevoel geven. Je kunt dan samen naar oplossingen kijken en daardoor hoef je niet het gevoel te hebben dat je het alleen moet doen. Gedraag je zelfverzekerd. Dit doe je als je loopt, rechtop te gaan staan, je borst vooruit te steken en schouders recht te houden. Kijk eens in de spiegel als je deze houding oefent. Probeer deze houding op te bouwen en steeds vaker en langer vol te houden. Na een tijdje is het natuurlijk geworden en hoef je er niet meer over na te denken. Dit geldt ook voor je zithouding. Pesters merken dat je gevoelig bent voor wat ze zeggen. Als je laat merken dat het je niks doet, heeft het pestgedrag geen nut.
We gaan nog meer praktische tips van bezoekers op de website van de Stichting verzamelen, zodat we een ruim overzicht van praktische tips hebben om daarmee hulp te bieden.
Heb jij ook nog tips, mail deze dan naar info@pesten.nl
Cyberpesten
Cyberpesten is pesten met behulp van bijvoorbeeld mobiele telefoons, computers en tablets en waarmee geruchten, leugens, kwetsende foto’s en bedreigingen verspreiden via sociale netwerksites zoals: Facebook, hyves, You Tube, whattsapp en twitter. Ook een nep profiel aanmaken op jouw naam en dan beledigende informatie verspreiden om jou te beledigen, kwetsen of beschadigen is cyberpesten. Maar ook iemand een virus sturen of iemands computer hacken en wachtwoorden veranderen is een vorm van cyberpesten.
Een op de tien jongeren tussen 15 en 18 jaar is vorig jaar wel eens gepest op internet. Ze waren het slachtoffer van bijvoorbeeld laster, stalken, bedreiging en chantage.
Dat blijkt uit cijfers die het CBS heeft gepubliceerd
Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat ook volwassenen slachtoffer zijn van cyberpesten, maar een stuk minder vaak. In de categorie 18 tot 25-jarigen gaf 7 procent aan in 2012 wel eens digitaal gepest te zijn en van mensen in de leeftijd van 45 tot 65 zijn iets meer dan 2 procent slachtoffer geweest van internetpesterijen, meldt het CBS.
De meest voorkomende vorm van cyberpesten onder jongeren is laster. Dan gaat het om kwetsende teksten op internetfora of social media, of het verspreiden van foto’s en filmpjes. Volgens het CBS melden de meeste slachtoffer cyberpesten niet terwijl het in sommige gevallen, zoals bij bedreiging, strafbaar is.
Online pesten vaker voor bij meisjes dan bij jongens. Meisjes maken elkaar indirecter het leven zuur,terwijl jongens dat op een directe manier doen.
De uitkomsten van het onderzoek overeen met die van vergelijkbare onderzoeken in binnen- en buitenland. In absolute getallen gaat het om zo’n 60.000 kinderen. Dat zijn er twee tot drie per klas.
Waarom is cyberpesten anders dan fysiek pesten?
Cyberpesten kan elk moment van de dag of nacht gebeuren. Het pesten houdt niet op als je uit zicht van de pester(s) bent. Cyberpesten kan dus 24 uur per dag, 7 dagen per week plaatsvinden.
Berichten en afbeeldingen kunnen anoniem geplaatst worden en verspreiden zich vervolgens snel over het internet met als gevolg dat het door veel mensen bekeken kan worden. Het is moeilijk en soms onmogelijk om er achter te komen wie het gedaan heeft. Als het eenmaal is geplaatst, zijn de berichten, teksten en foto’s zeer moeilijk te verwijderen. Volgens het Nederlands Jeugdinstituut wordt naar schatting 17 tot 23 % van de jongeren regelmatig slachtoffer van online pesten.
Kinderen die slachtoffer zijn geworden van cyberpesten kunnen dit het best en zo spoedig mogelijk bespreken met ouders, leraren of een vertrouwenspersoon zoals een vriend/ vriendin. Er bestaat ook de mogelijkheid om het cyberpesten te melden aan de politie die, nadat er aangifte is gedaan, een onderzoek zal gaan instellen.
Tips om cyberpesten tegen te gaan
- Reageer niet op de vervelende berichten die je ontvangt.
- Geef nooit je adres, achternaam en/of telefoonnummer.
- Gebruik altijd een nickname (schuilnaam).
- Bewaar de berichten, zodat deze als bewijs kunnen worden aangeboden.
- Reageer niet op een nummer dat niet wordt herkent.
- Chat alleen als men de ander kan blokkeren.
- Houdt inlognamen en wachtwoorden geheim.
- In het uiterste geval: Verander het nummer en geef het nieuwe nummer alleen aan betrouwbare mensen.
- Meld het aan de Stichting Pesten via het meldformulier op de website.
- Doe aangifte bij de politie.
Hoe vaak gebeurt het?
Volgens het Nederlands Jeugdinstituut, pest 28 % van de scholieren op de basisschool. Op het voortgezet onderwijs is dat zelfs 30 %. Op VWO scholen wordt minder gepest dan op VMBO-scholen ( VMBO 11 % en VWO 3 %) . Ook blijkt dat jongens op alle leeftijden vaker pesten dan meisjes en allochtone leerlingen pesten meer dan autochtone leerlingen (11 % allochtoon tegen 6 % autochtoon) . Volgens de nationale scholierenmonitor wordt op 94% van de scholen soms tot heel vaak gepest en het Trimbos-instituut schat dat 1 op de 6 jongeren regelmatig gepest wordt op internet
Wat kan Stichting Pesten voor je doen?
Als je het moeilijk vind om er met iemand in je omgeving over te praten, kun je het pesten ook melden bij de Stichting. We hebben daarvoor een meldformulier die je in kunt vullen en de Stichting beoordeelt op welke wijze ondersteuning en hulp aangeboden zal worden. Dat kan zijn dat we jouw vragen beantwoorden via het formulier, dat je ingevuld hebt, of dat we contact opnemen met jouw school als jij dat niet alleen durft te doen. Ook kun je op onze wegwijzer een lijst vinden van organisaties, bedrijven en personen, die gespecialiseerd zijn op het gebied van pesten. Kijk hier eens naar, misschien zit er iemand bij die jou kan helpen.
Dit kun je ook samen doen met je ouders of iemand, die je vertrouwt. Tenslotte heeft ook Stichting Pesten veel ervaren trainers/ coaches, die samen met jou kunnen bekijken hoe het probleem aangepakt kan worden. Het team van de Stichting staat klaar om jou te helpen. Het pesten kun je alleen stoppen wanneer je begint om er iets tegen te doen.